zaterdag 12 november 2011

Thanksgiving without the classic bird

Cream of Mushroom




Met Thanksgving draait het allemaal om The Turkey. Hoewel ik heb besloten dit jaar een traditioneel Thanksgiving-dinner te organiseren, denk ik dat ik in plaats van kalkoen gewoon een malse kip op tafel zet. Ik ben niet zo’n fan van die uit de kluit gewassen vogel. Daarnaast word ik een beetje misselijk bij het idee van de miljoenen kalkoenen die elk jaar speciaal voor dit traditionele familiefeest worden gefokt en geslacht. En laten weer eerlijk zijn….een goeie kip ís gewoon lekkerder! Het is vast heiligschennis in de ogen van veel Amerikanen, maar gelukkig komt er alleen maar Hollandse familie en ik weet bijna zeker dat die er stiekem net zo over denkt als ik.

Ik concentreer me dus voornamelijk op alles er omheen: the appetizers, the starter en the sides. Als voorgerecht maak ik een Cream of Mushroom. Traditioneler kun je bijna niet beginnen. In de VS is deze romige champignonsoep vooral bekend door Campbell’s, je weet wel, dat soepmerk van de herkenbare rood-witte blikjes. Treurig genoeg gebruiken Amerikanen die blikjes niet alleen voor soep, maar ook als basis voor sausen....

Maar dat terzijde. Deze zelfgemaakte versie heeft met dit alles gelukkig niks te maken. Het is een volle, romige soep en de kracht zit ‘m in de eenvoud. Klassieke Cream of Mushroom bestaat uit weinig meer dan boter, ui, champignons en room, maar toch is de smaak uitgesproken paddenstoel. En dat met gewone witte champignons. Het geheim? Maak de soep ruim van tevoren, het liefst een dag, zodat alle smaken volledig kunnen intrekken, zich kunnen vermengen en tot hun recht kunnen komen.

Cream of Mushroom -Romige champignonsoep
Voorgerecht, 6 personen

50 g boter
200 g sjalotjes, in ringen
500 g witte champignons, schoongeveegd en in plakjes
200 ml crème fraîche
1 liter kippenbouillon
2-3 takjes verse tijm
zout en versgemalen zwarte peper
2-3 bosuitjes, in ringetjes
evt. truffelolie om te besprenkelen
Extra: staafmixer

1 Smelt de boter in een ruime pan en fruit de uitjes 5-6 minuten op matig vuur. Voeg de champignons toe en bak ze 5-6 minuten mee, tot ze hun vocht beginnen te verliezen.

2 Voeg de helft van de crème fraîche, de bouillon en tijm toe en breng zachtjes aan de kook. Zet het vuur lager en laat de soep 10-15 minuten sudderen tot de champignons heel zacht zijn.

3 Haal de takjes tijm uit de pan en pureer de soep met een staafmixer zo glad mogelijk. Proef en breng op smaak met peper en laat de soep afkoelen.

4 Warm de soep vlak voor gebruik op een matig vuur weer op. Verdeel de soep over diepe borden en schep in het midden van elk bord een lepel crème fraîche. Garneer met bosuitjes en druppel er eventueel nog wat truffelolie over.

Bereidingstijd: 30 minuten, plus afkoelen en opwarmen.

Foto Tal Maes
Een soep met meer body!
Ik vind het lekker om deze soep wat dikker te maken. Ik voeg hiervoor gerst- of speltkorrels toe. In Nederland kun je deze graansoorten bij natuurvoedingswinkels krijgen. Kook 100 g gerst-of speltkorrels 15 minuten voor in wat water. Giet ze af en voeg ze aan de gepureerde champignonsoep toe. Laat de soep afgedekt nog 20-25 minuten sudderen tot de korrels gaar zijn. Het resultaat is een soep met body en bite.

zondag 30 oktober 2011

Halloween met Martha Stewart

Als je in The States woont ontkom je er niet aan. En als je kinderen hebt nog minder. Halloween.  Dit bizarre griezelfeest  is veel meer dan het tamelijke brave trick-or-treat, waarbij kinderen verkleed langs de deuren gaan om snoep op te halen. Het is een heus spektakel waarbij alles uit de kast wordt gehaald.

Onze viering van Sinterklaas of wat dan ook valt er in elk geval bij in het niet.  Als je de tv aanzet  volgt  het ene spooky programma het andere op,  winkels puilen uit met Halloween-parafernalia, mensen  monteren  speciale deurbellen met  evil laughs’ op hun voordeur en voortuinen zijn  opeens veranderd in griezelige graveyards met half vergane skeletten en  nepgraven waarop de namen van de eigen kinderen staan afgebeeld…. ‘Thriller’ wordt deze dagen dood gedraaid.
Als nuchtere Nederlanders  dachten we al leuk mee te doen door wat pompoenen te  bewerken tot jack-o’-lanterns en ze voor onze deur te zetten. Maar nee, de kids  willen meer. Omdat ik weiger mijn huis en tuin tot spookhuis om te bouwen (wat ze het liefst zouden willen, want dat doen de buren immers ook), besluiten we dat er een griezeldiner moet komen. Met  super scary gerechten.

In Nederland maakte ik voor een heksenfeestje wel eens een drilpudding met daarin plastic spinnen en torren, maar zo gemakkelijk kom ik er nu niet vanaf.  Voor wat inspiratie surf ik dus  over het net en ik kom al snel uit bij Martha Stewart. Zeg maar de VS-equivalent van de Britse Delia Smith, beroemde culi-dames met een hoog  tuttigheidsgehalte.

Tuttig of niet. Bij het bestuderen van Martha’s site raak ik toch wel onder de indruk. Wat heeft ze veel gedaan, wat doet ze veel en wat een enorme hoeveelheid aan recepten. Belangrijker nog voor nu: wat veel inventieve Halloween-recepten en -ideeën. Van de tuttigheid is hier weinig over. Sommige recepten zijn zelfs een beetje smerig, zoals de Monster Mucus  (monsterslijm) gemaakt van uit de schelp gehaalde oesters en opgediend in reageerbuisjes. Of Pickled Brains  (ingemaakte hersenen):  bloemkool ingelegd in een bruinig vocht.  Heel creepy, al weet ik niet of ik mijn kids daar een groot plezier mee doe.  Als ik wil dat ze nog iets eten, moet ik toch wat braver te werk gaan. Ik denk dus dat ik ga voor de eye popping soup (tomatensoep met drijvende ogen van minimozzarella en pimento-olijven), spicy bat wings (vleermuizenvleugels gemaakt van chickenwings) en rest in peas (een begraafplaats met romige doperwten als bodem).  Om alvast in de stemming te komen, ga ik vandaag  in elk geval met deze griezelig echte  Ladies’ Fingers aan de slag. Hopelijk zijn ze niet too scary en worden ze gewoon gegeten….


Ladies’ Fingers (vertaald en bewerkt recept van Martha Stewart, www.marthastewart.com)

Tijdens het bakken heb ik een en ander aan het recept veranderd. Omdat ik niet graag met voedsel-kleurstof werk, heb ik de ‘nagels’ met gewone bruine amandelen gemaakt.  Dat ziet er ook spooky uit. De eerste portie ‘vingers’ werden in de oven te dik, het is dus belangrijk dat je de vingers vrij lang en dun maakt en ze nog even in de koelkast laat opstijven voordat je ze de oven inschuift.  Ze zijn het lekkerst op de dag dat je ze hebt gebakken. Ideaal koekje dus om meteen uit te delen tijdens trick-or-treating.
Voor 30 koekjes

2 eieren
60 g poedersuiker
5 el fijn kristalsuiker
115 g roomboter, op kamertemperatuur
1/4 tl vanille-extract (of 1 zakje vanillesuiker)
een mespunt zout
225 g bloem, gezeefd
30 amandelen (met bruin vliesje)

1. Splits de eieren, houd een eiwit apart. Klop in een kommetje het eigeel met het andere ei los.

2. Meng met een elektrische mixer de poedersuiker en kristalsuiker met de boter romig. Voeg het losgeklopte ei, de vanille en het zout  toe en klop goed door. Voeg de bloem toe en meng alles tot een zacht en soepel deeg. Laat het deeg verpakt in plasticfolie minimaal 30 minuten in de koelkast opstijven.

3. Verdeel het deeg in 2 gelijke porties. Laat 1 portie in de koelkast liggen terwijl je met het andere deel werkt. Verdeel het eerste portiedeeg  in 15 kleine stukjes. Rol elk stukje deeg uit  op een met bloem bestoven werkvlak tot een rolletje van 8-10 cm. Duw het deeg op twee plekken in om ‘de knokkels’ te vormen. Maak  met een mesje  kleine inkepingen op elke knokkel.  Bestrijk ze met het achtergehouden eiwit en duw de amandelnagels in het deeg.

4. Leg ze op een plank bekleed met bakpapier en laat ze in de koelkast harder worden terwijl je van het tweede portie deeg op dezelfde wijze vingers maakt. Laat deze vingers ook nog ca. 15 minuten in de koelkast opstijven.

5. Verwarm intussen de oven voor op 175 ̊C. Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze ca. 12 minuten in het midden van de oven. Laat ze helemaal afkoelen.



dinsdag 18 oktober 2011

Mixing cocktails at home

Niets is meer sophisticated dan het drinken van een cocktail tijdens cocktail hour. Af en toe maak ik mezelf dan ook gelukkig met een fancy Manhattan of een Classic Martini in een bar of hotellobby downtown. En zo doe je meteen leuk met de Amerikanen mee, want hier in de hoofdstad drinkt men na het werk een cocktail of aperitief.

Cocktails doen iets met je. Met een cocktailglas in je hand voel je je direct mondain, elegant, zelfverzekerd, feestelijk en soms zelfs een beetje sexy. Dat lukt mij echt niet met een vaasje bier en zelfs niet met een glas wijn. Dat fijne gevoel wilde ik ook thuis wel eens en heb dus een bartenderkit plus handig klein zakboekje over ‘The Art and Science of the Cocktail’ in huis gehaald. Het boekje opent nogal confronterend: “To find out what someone is really like, it makes sense to explore the bar” en gaat verder met “If the liquor cabinet contains only an unopened bottle of grenadine and a liter of cheap wodka…is this a friendship you really want seriously to pursue?”. Meteen trek ik onze drankkast open. Treurig! Een paar flessen eeuwenoude, versuikerde likeur en wat vage ongeopende drankflessen uit nog vagere vakantielanden.
In the liquor store leer ik dat het zelf maken van cocktails hier net zo gewoon is als het opentrekken van een pijpje bier en dat ik vooral niet moet beknibbelen op de kwaliteit van sterke drank. Je bent geneigd te denken dat the booze in een mix verdwijnt en je de kwaliteit toch niet proeft. Wrong!, volgens de man in de winkel. Ik ga dus naar huis met peperdure flessen Canadian en Rye whisky, goede wodka, gin, rum en vermout.

En nu shaken maar. Ik besluit te beginnen met een niet al te ingewikkelde: de Whiskey Sour. Wanneer ik om zes uur met de shaker in mijn hand op manlief wacht, voel ik me in plaats van sexy en mondain opeens een beetje een brave Amerikaanse huismoeder uit the fifties. Dat verandert gelukkig bij het drinken van de zelfgemixte cocktail. Whiskey Sour bestaat uit niet veel meer dan whisky, citroensap en suikersiroop, maar is zeer geraffineerd. Man lust er wel pap van en stelt voor dat ik elke dag een andere cocktail op hem uitprobeer, want oefening baart immers kunst. Dat moeten we nog maar eens even zien.… Hier alvast twee cocktails voor beginners, supermakkelijke cocktails die iedereen kan maken. Ze staan ook in mijn laatste kookboek Captain’s Dinner.

Simple Syrup
Eenvoudige suikersiroop

Voor onderstaande cocktails heb je deze eenvoudige suikersiroop nodig. Een kind kan de was doen. Wat je niet gebruikt, kun je in een flesje schenken en ongeveer een maand in de ijskast bewaren. Zo maak je letterlijk en figuurlijk in een handomdraai een cocktail.

Voor ca. 150 ml suikersiroop
200 g kristalsuiker
100 ml water

1 Breng in een pannetje de suiker met het water zachtjes aan de kook.
2 Zet het vuur wat lager en roer het met een houten lepel ca. 2 minuten door tot de suiker helemaal is opgelost. Schenk de siroop in een flesje of pot met deksel en laat afkoelen. Bewaar de siroop in de ijskast.

Bereidingstijd: 5 minuten.
Whiskey Sour
Voor 1 cocktail

60 ml bourbon of Canadian blended whiskey*
25 ml versgeperst citroensap
15 ml suikersiroop (zie basisrecept)
1 maraschino-kers met steeltje
schijfje sinaasappel
veel ijsblokjes
*bijzondere whisky’s kun je onder andere bestellen bij passievoorwhisky.nl
Extra: standaard cocktailshaker, cocktailglas

1 Laat het cocktailglas in de vriezer goed koud worden. (Of koel het glas door het helemaal te vullen met ijsblokjes en ze er vlak voor het inschenken weer uit te halen.)
2 Vul de cocktailshaker voor tweederde met ijsblokjes. Schenk er de whisky, het citroensap en de suikersiroop op.
3 Sluit het deksel en schud de shaker 10-12 seconden flink heen en weer. De cocktail moet goed koud worden. Bovendien moet een klein beetje van het ijswater zich met de cocktail mengen, dat is essentieel voor de smaak.
4 Schenk de cocktail door de strainer (zeef) in het deksel in het gekoelde glas. Garneer met de kers en het schijfje sinaasappelschil.

Bereidingstijd: 5 minuten.

Classic Daiquiri

Een tricky cocktail, want hij drinkt als limonade. Het is tegelijkertijd ook een hele gemakkelijke cocktail dus hij leent zich uitstekend om met meer mensen te drinken.

Voor 1 cocktail

60 ml witte rum
30 ml limoensap
15 ml suikersiroop
partje limoen
veel ijsblokjes
Extra: standard cocktailshaker, cocktailglas

1 Laat het cocktailglas in de vriezer goed koud worden. (Of koel het glas door het helemaal te vullen met ijsblokjes en ze er vlak voor het inschenken weer uit te halen.)
2 Vul de cocktailshaker voor tweederde met ijsblokjes. Schenk er de rum, het limoensap en de suikersiroop op.
3 Sluit het deksel en schud de shaker 10-12 seconden flink heen en weer. De cocktail moet goed koud worden. Bovendien moet een klein beetje van het ijswater zich met de cocktail mengen, dat is essentieel voor de smaak.
4 Schenk de cocktail door de strainer (zeef) in het deksel in het gekoelde glas. Garneer met de een partje limoen.

Bereidingstijd: 5 minuten.

 

maandag 23 mei 2011

Burger Mania

Als je aan typisch Amerikaans eten denkt, denk je aan hamburgers. Tenminste, dat deed ik voordat ik in The States ging wonen. Ik dacht met name aan hamburgers van fastfoodketens: onaantrekkelijke kleffe, witte broodjes met daartussen slappe blaadjes sla , smakeloze plakjes tomaat en iets wat voor vlees moet doorgaan.  Not my cup of tea, en ik heb na mijn studententijd dan ook nooit meer naar een hamburger getaald.
Maar ja, dan woon je opeens in Amerika.  En wat blijkt? Er bestaat hier een heuse hamburgercultus.  Bekende tv-personalities verklappen in food shows hun favoriete burgeradresjes, op covers van mooie culi-glossy’s staat meer dan regelmatig The Best Burger afgebeeld en op tv food channels worden burger contests tussen toonaangevende chef-koks gehouden. Als onze serieuze krant The Washington Post dan ook nog met een adreslijst van Best Burgers in Town komt, wordt het tijd voor wat meer verdieping.
Ik kom er al snel achter dat de ideale burger niet bestaat. Er is een aantal basiseisen waaraan hij moet voldoen, zoals dat het broodje (the bun) zacht moet zijn  en het vlees voor 20-30 procent uit vet mag bestaan, maar daarnaast is het vooral een kwestie van smaak. Burgerexperts discussiëren in culibladen en op tv over van alles en nog wat. Wat is de juiste meat-blend? Hoeveel topping mag erop? Krijg je de sappigste burger op een grill- of juist bakplaat? Yeah, it sure is serious business.
Voordat ik zelf op de BBQ in mijn achtertuin aan de slag ga, vind ik dat ik er eentje in een echte burgertent moet eten. Op de lijst van The Washington Post spreekt de recensie over BGR: The Burger Joint aan. ‘The Burger Joint uses hormone-free aged prime beef, and it tastes like a childhood memory of Dad at the grill.’ En verrek, BGR zit ook nog eens bij mij in de buurt! Ik loop er bijna wekelijks langs, maar als niet-hamburger-eter was het zaakje als een blinde vlek voor me.  Nu dus niet meer.
Ze hebben er meer dan alleen een ordinaire hamburger:  The Veggie Burger gemaakt met rijst en zwarte bonen, The Greek Burger met lamsvlees en zelfs een Tuna Burger. En het zou vleesminnend Amerika niet zijn als er niet ook een Monster Burger op de kaart staat, een misselijkmakende  grote burger met maar liefst 9 pound (ca 4 kilo!) vlees. Normaal gesproken voor 10-15 personen, maar als je hem in je eentje weet te verorberen, krijg je hem gratis, inclusief een flesje Maalox… .
Het is echter de gewone Beef Burger ‘that put them on the map’ en daar gaan we dus voor.  Ook deze is groot, wat mij betreft te veel voor één persoon, maar het brood is vers, het vlees sappig  en de sla knapperig. De pickles en mojosaus maken het helemaal af. Niks vette, kleffe hap, gewoon lekker.  En we mogen nog even nagenieten, want twee van de vier hamburgers die we hebben besteld,  verdwijnen  - lang leve Amerika -  zonder enige gene in een container, een meeneemdoosje voor thuis.
4827 Fairmont Ave
Bethesda, MD 20814
(301) 358-6137
www.bgrtheburgerjoint.com

woensdag 4 mei 2011

Okra - Southern Food

Okra was nooit mijn ding. In Den Haag woonde ik in een buurt met veel tropische winkels en heb ik de groente verschillende keren geprobeerd, maar eerlijk gezegd bleef het zonder succes.  Te slijmerig, te draderig. Ik kreeg het gewoon niet voor elkaar er iets echt lekkers mee te maken.  Dacht dat het aan de groente lag, dus daarmee was okra voor mij exit.
Tot ik twee weken geleden las dat je voor slijmerige okra’s de kok de schuld moet geven en niet de groente, ‘blame the cooks, not the vegetable’.  We waren in Charleston, South Carolina, toen ik in een kookboekenwinkel door The Southern Cookbook van The Lee Brothers bladerde en mijn oog op dit zinnetje viel.  Dat klonk uitdagend. Het was voor mij aanleiding deze dikke kookbijbel  - hét boek op het gebied van de zuidelijke keuken liet ik me vertellen -  aan te schaffen en me te  verdiepen in deze opmerkelijke groente.
 In het restaurant waar we daarna belandden voor lunch, nam ik de proef op de som en bestelde ik ‘something with okra’.  Okra is een onmisbaar ingrediënt in de keuken van het zuiden en het meisje van de bediening keek gelukkig niet heel vreemd op.  Zo belandde er voor mijn neus  ‘Fried Green Tomatoes with Pickled Okra and Pimento Cheese’, a ‘typical southern plate’ waarbij ik bij de eerste hap al mijn vooroordelen over okra overboord zette.  The Picled Okra (ingelegde okra) was knapperig, sappig, pittig, vol smaak en een feest in combinatie met de gefrituurde groene tomaten en zachte kaasspread. ‘Dit wil ik ook maken’, was mijn eerste gedachte. Ongeduldig bladerde ik door mijn nieuwe kookboek en - jawel-  daar stond het recept.
Vandaag dus okra’s gekocht en ermee aan de slag gegaan. Er staan nu twee prachtige potten ingelegde okra’s op mij te wachten. Als dit lukt, ga ik me aan de andere welklinkende recepten met okra uit het boek wagen, zoals Tuesday Gumbo en Crispy Fried Okra. The Lee Brothers (Matt & Ted)  geven ook tips over hoe je zelf okra kunt verbouwen, dus wie weet komt dat er ook nog  eens van.
Pickled Okra  (Vertaald  en bewerkt uit The Lee Bros. Southern Cookbook, Matt Lee & Ted Lee)

Voor 2 weckflessen (à 1 liter)

675 g okra
1,3 liter water
1 el plus 2 tl zeezout
2 gedroogde chilipepers
4 takjes verse dille
4 grote tenen knoflook, gepeld en gekneusd
900 ml heldere azijn
2 tl suiker
½ tl hele zwarte peperkorrels

1 Snij eventueel  houtachtige uiteinden van de okra’s af (enkele milimeters). Meng in een kom 1 liter water met 1 eetlepel zout, roer tot het zout is opgelost. Leg er de okra’s in en dek af met plasticfolie. Laat op een koele plek of in de koelkast 2 uur weken.

2 Steriliseer intussen de weckpotten. Breng  een grote pan met water aan de kook. Verwijder de rubberen ringen van de potten en leg de potten met behulp van een keukentang op hun kant in het water. Laat ze 15 minuten koken. Neem ze uit de pan en laat ze afkoelen op een schone theedoek. Breng de rubberen ringen weer aan.

3 Giet de okra’s af en spoel ze  onder stromend water. Dep ze droog met keukenpapier of een schone theedoek. Stop in elke pot  1 chilipeper, 2 takjes dille en 2 tenen knoflook. Vul de potten daarna met de okra’s.

4 Breng in een pan de azijn met 300 ml water, de suiker, de peperkorrels en 2 theelpels zout aan de kook. Zet het vuur iets lager en laat het mengsel 4 minuten sudderen.

5 Schenk het hete azijnmengsel over de okras in de potten (doe dit eventueel met een trechter); vul de potten tot ca. 8 mm onder de rand. Sluit de potten en keer ze zodat ze op hun kop staan. Laat ze zo afkoelen.  Bewaar de potten op een koele, donkere plek. Je kunt de okra’s na 2-3 weken eten. Ze zijn ongeveer 3 maanden houdbaar.  


Gekocht bij:

Heirloom Book Company
123 King Street
Charleston, SC
843 722 6377

woensdag 13 april 2011

Doug’s Squirrel Stew – Eekhoorntjesstoofpot van Doug

Te laat voor een moestuin!  Dacht dat april een uitstekende maand zou zijn om er een aan te leggen, maar volgens tuinman Doug is St Patricksday (17 maart) dé dag waarop men hier tomaten en groenten plant. “Anders lukt het niet meer om op the Fourth of July de grootste tomaat te hebben, iets waar iedereen toch wel op inzet.”
Geen grote tomaten dus op Independence Day. Jammer. Had mijn fanatiek tuinierende buurman best de ogen willen uitsteken met een Giant Tomato tijdens de traditionele picknick op 4 juli. Desalniettemin besluit ik dat de moestuin er moet komen. Omdat ons huis bovenop een kleine heuvel staat en de tuin behoorlijk afloopt, vraag ik Doug of hij een stukje grond kan egaliseren. Doug, een echte zuiderling van het platteland uit de buurstaat Virginia, is mijn steun en toeverlaat als het om onze tuin gaat. Woonden we in Den Haag in een bovenhuis met enkel een klein balkon,  hier hebben we opeens een half voetbalveld om te onderhouden.  Wat groeit er, wat bloeit er, wat leeft er?  
Doug legt uit dat ik mijn moestuintje vooral moet beschermen tegen squirrels (eekhoorntjes), want die vreten alles op.  “For gardeners, they are merely rats.” Onze tuin zit inderdaad vol met lieve van tak tot tak hoppende eekhoorntjes. Wat ga ik ertegen doen? Netten spannen, de boel afdekken met plastic of glazen platen? Aluminiumfolie ophangen?
 “Waar ik vandaan kom, verdwijnen ze in de pan”, zegt Doug opeens. Ik kijk op, het is geen grap. “Het smaakt naar konijn, het vlees is misschien alleen iets minder mals.” Nadat ik mijn eerste afkeer heb overwonnen – tamelijk hypocriet, ik weet het, want wat vreten we allemaal wel niet op - wil ik er meer van weten.  Doug begint te glunderen en legt uit hoe hij zijn Squirrel Stew maakt. Het recept is makkelijk. Je braadt een stuk of 20 gevilde squirrels aan in boter en voegt uien, tomaten, paprika’s en bouillon toe. Vervolgens laat je het enkele uren stoven tot het vlees mals is. “Het smaakt het best na een dag jagen.” Op eekhoorntjes? Ben benieuwd of ik het recept in NL kan slijten.



Doug

woensdag 23 maart 2011

NYC - How to Eat a Soup Dumpling?

Volgens New Yorkse vriendin en foodwriter Anne moeten we nu we in DC wonen zo vaak mogelijk naar NYC.  Het is vier uur rijden, maar dat is peanuts. Doe in Amerika als de Amerikanen. En dus pakken we wanneer we kunnen de rechtstreekse bus naar The Big Apple.
Op aanraden van dezelfde vriendin gaan we in New York naar Joe’s Shanghai , een klein restaurant weggestopt in een straatje van Chinatown.  “Het enige restaurant waar ze soep in dumplings verpakken.” Daar kan ik me niet zoveel bij voorstellen en dus moet ik er heen.  Anne adviseert met klem om van tevoren even het JoeTube filmpje te bekijken op de site van Joe’s. “Zo voorkom je dat je je mond brandt.” Het wordt steeds interessanter. De kinderen, die aanvankelijk niet zo’n zin hadden in Chinees voor lunch, willen na het zien van het grappige filmpje opeens erg graag. Op naar Joe’s Shanghai.
We zijn niet de enigen die voor dumplings met soep zijn gekomen. Zodra we het straatje van Joe’s inlopen zien we een lange rij wachtende mensen voor het zaakje staan.  Inmiddels weet ik dat Amerikanen graag en geduldig wachten voor goed eten, dus we sluiten even geduldig achteraan.
Binnen lijkt Joe’s nog het meest op een voetbalkantine, maar dan op z’n Chinees. Het is er een georganiseerde bende. Het wemelt van de bediening en in de kleine keuken staat een legertje van koks. Wij worden bij andere gasten aan een grote ronde tafel gezet en bestellen crab meat dumplings.
Niet veel later staan de stoommandjes met soepdumplings voor onze neuzen. Jasmijnthee erbij en we gaan aan de slag. Eens kijken of we goed hebben opgelet tijdens het bekijken van het filmpje. We knabbelen met behulp van stokjes zorgvuldig een klein stukje van het zachte dumplingdeeg af en laten de hete soep voorzichtig op onze lepels druppelen. In de deegkussentjes blijft een heerlijk zacht krabvlees-balletje achter. We eten en slobberen de dumplings en soep apart op. Helemaal niet zo moeilijk, heerlijk en een geweldige ervaring.
Voordat we er erg in hebben ligt de rekening op tafel: $26 voor vier personen! Niet met verbrande tongen, maar met een verrukkelijke smaak in onze mond verlaten we het restaurant. Ik zou zeggen: Go to Joe’s!


Joe's Shanghai
9 Pell Street
New York, New York 10013

http://www.joeshanghairestaurants.com/

dinsdag 22 maart 2011

In de rij voor een cupcake

Wat zegt een lange rij wachtende mensen voor een cupcake-store? Dat het er goed is? Of is het gewoon overdreven Amerikaanse hysterie om met z’n allen een half uur of langer buiten te gaan staan wachten voor een cakeje van Georgetown Cupcakes? Daar kom je alleen achter als je zelf ook in de rij gaat staan.
Zo gezegd, zo gedaan. Al wachtend wordt het ‘menu’ vast uitgereikt met daarop de Everydays & Specials. Namen als Red Velvet, Lava Fudge en Salted Caramel maken nieuwsgierig. Eerlijk gezegd ben ik niet zo’n grote fan van cupcakes, maar ik vind het fascinerend dat ze er in het thuisland van de cupcake helemaal voor gaan. Mede-wachtenden bespreken opgewonden met elkaar wat de ‘Secret Cupcake’ van de dag is, iets waar je via Twitter van op de hoogte kan worden gehouden. Ach, het zal wel zoiets zijn als Hollanders en vlaai of poffertjes. Je zou denken dat we daar zo langzamerhand wel eens op uitgekeken zijn met z’n allen, maar niets is minder waar. Wat de boer kent, vreet–ie wat graag.
Als de deur van het piepkleine zaakje af en toe opengaat, worden onze neuzen geprikkeld  door een intens zoete lucht. Eenmaal binnen raken we er bijna door bedwelmd. Mijn kinderen zijn door het dolle. Het is er een al bedrijvigheid. Een heus team achter de toonbank verpakt op geroutineerde wijze de cupcakes in knalroze dozen. Alles is zoet in deze winkel, niet alleen de cupcakes.
Na zolang wachten, bestel je niet maar twee cupcakes, dus we gaan voor een dozijn. We voelen het ongeduld in onze nek, dus wijzen we zo snel mogelijk aan welke cupcakes we allemaal in onze doos willen. The Secret Flavor blijkt uitverkocht. Helaas. Omdat het bijna Valentine’s Day is nemen we een paar babyroze Valentine’s Cupcakes met hartjes erop. Verder is het een willekeur aan smaken. Wat me opvalt is dat er gewerkt wordt met topingrediënten, zoals Madagascar Bourbon Vanilla en Valrhona Chocolate.
In de auto op weg naar huis gaat op de achterbank de doos al open. Het is genieten geblazen bij het zien en ruiken van zoveel zoet. Ik wacht tot thuis en neem een Red Velvet met Vanilla Cream Cheese Frosting en een Red Fondant Heart. Een dieprode cupcake met een dikke laag glazuur en een zacht ‘bloedend’ hart. Is dit de lekkerste cupcake die ik ooit heb gegeten?

JA! Niks Amerikaanse hysterie. Het was het wachten meer dan waard. Vanaf nu volg ik Georgetown Cupcakes op Twitter.

Geargetown Cupcakes

Georgetown
3301 M Street (corner of 33rd & M)
Washington DC 20007

Bethesda
4834 Bethesda Avenue
Bethesda, MD 20814


http://www.georgetowncupcakes.com/

Juli 2010 - Aankomst DC - eten bij Ali Baba

Ze zeggen dat honger de kok zijn beste vriend is. En wat hadden we een honger toen we juli 2010 in DC aankwamen. We waren uitgeput, niet zozeer van de reis NL–VS, maar eerder van alle opwinding die voorafgaat aan een verhuizing naar het buitenland. Een emigratie voor vier jaar.
Honger dus. De portier van het hotel raadt ons voor een snelle hap Ali Baba aan, een outdoor food cart even verderop. Mijn eerste avond in de VS en ik eet van de straat. Zo had ik het me niet echt voorgesteld, maar vooruit, we moeten snel iets in onze maag. Het vertrouwen groeit als we al wachtend in de rij de lovende krantenartikelen over Ali Baba lezen die op de bus zijn geplakt. Volgens de Washington Post moeten we vooral gaan voor de Egyptische falafel, een recept van eigenaar Mohamed Elrafai met fava beans (tuinbonen) in plaats van kikkererwten. He flavors the fava bean mixture with fresh parsley and fries it; he then wraps tender, warm flatbread around the falafel and adds red cabbage, banana peppers, pickled vegetables, lettuce, tomato, tahini and sesame seeds. It's a sandwich with lots of crunch. Onweerstaanbaar zo’n beschrijving als je maag knort. We bestellen, nemen een hap en eten. In een woord verrukkelijk. Zo’n falafel hebben we nog nooit gehad.
Natuurlijk zijn we teruggegaan. Eerlijkheid gebied te zeggen dat de falafel nooit meer zo smaakte als de eerste keer, maar goed bleef –ie. Zo goed dat het nog steeds een van onze favoriete afhaaladressen is.

7155 Wisconsin Ave
Bethesda, MD 20814

zondag 20 maart 2011

USA Blog - Love at First Bite is in de lucht

De VS is meer dan McDonalds en obesitas. Veel meer. Eten is hier afwisselend, verrassend, lekker en zo gezond of ongezond als je zelf wilt. Vanaf de dag van aankomst, toen ik mijn tanden in de falafel van een straatventer zette, wist ik dat het zou werken tussen mij en The States. Daarom een blog over de lekkerste bagels en crabcakes, ellenlange rijen voor een cupcakes-store, biologische boerenmarkten, onafgebroken food channels for foodies, Southern Food, eekhoorntjes-stoofpot en nog veel meer.